[Boer, Jhr. Hybo Everdes de]
BOER (Jhr. Hybo Everdes de), geb. 10 Febr. 1776 te Emden (?) (Oost-Friesland), overl. 30 Jan. 1838 te Breda. Hij was een zoon van Evert Hyben en Voske Janssens Duif en nam later den naam de Boer aan. Op 15 Juni 1795 trad hij als soldaat in dienst bij het 4e bat. hollandsche jagers, maakte in 1796 den tocht naar den Rijn mede en in 1799 de expeditie naar Noord-Holland; in den slag van Castricum (6 Oct.) werd hij, na zich dapper gehouden te hebben, zwaar gewond. In 1800 maakte hij als sergeant den winter-veldtocht naar de Main mede en werd, mede om zijn hoogst heldhaftig gedrag, op 17 Aug. 1802 bevorderd tot 2en luitenant en vertrok in hetzelfde jaar met een detachement naar Suriname; in 1803 ging hij met een afdeeling naar Berbice om de oproerlingen aldaar te tuchtigen, doch werd met de zijnen door de Engelschen krijgsgevangen gemaakt. Het transportschip, dat hem naar Engeland zou overbrengen, leed op de portugeesche kust schipbreuk en de B. werd ernstig gewond. Na zijn ontslag en herstel maakte hij de veldtochten in Hannover en Pommeren mede (1806 en 1807) en in 1809 die in Spanje onder Chassé; in den slag bij Messa d'Ibor (17 Maart) onderscheidde hij zich zeer en werd daarna ordonnans-officier van Chassé; tevens trad hij als burger-ambtenaar aldaar op. Op 9 Aug. 1812 werd de B. bevorderd tot 1en luitenant, op 9 Oct. tot kapitein, in welken rang hij den veldtocht van 1814 in Frankrijk meemaakte waarna hij ontslag uit den franschen dienst vroeg; op 14 Febr. 1815 werd hij aangesteld tot kapitein-adjudant van generaal Chassé. Bij Waterloo gewond, ontving hij daarna de M.W. Orde 4e klasse. Op 16 Oct. 1817 volgde zijn bevordering tot majoor. Als adjudant van Chassé maakte hij het beleg van de Citadel
mede en werd met de geheele bezetting krijgsgevangen gemaakt. Op 23 Nov. 1830 werd hij bevorderd tot luit.-kolonel bij den generalen staf en op 2 Febr. 1833 in den nederl. adelstand verheven. Na zijn terugkeer uit de krijgsgevangenschap kwam hij als adjudant van den gouverneur van Breda (Chassé) aldaar in garnizoen. In Febr. 1834 volgde zijn bevordering tot kolonel bij den generalen staf. Zijn gezondheid was in de laatste jaren steeds slechter geworden en in 1838 overleed hij. Hij was op 14 Mei 1817 te Mechelen gehuwd met Rose Marie Heloise de Broyer, geb. aldaar 6 Oct. 1793, overl. te 's Gravenhage 21 Juni 1869. Uit dit huwelijk sproten twee dochters. H.B. Waanders heeft zijn portret naar de natuur op steen geteekend.
Zie: Mil. Spectator 1838, 208.
Eysten