[Bleecker, Adriaen de]
BLEECKER (Adriaen de), Bleicker of Bleicher, geb. te Gent, werd 13 Mrt. 1571 ingeschreven aan de universiteit van Heidelberg. Lang bleef hij daar niet, want blijkens een brief van 26 Apr. 1573, was hij toen reeds ruim anderhalf jaar predikant bij de vlaamsche kruiskerk te Antwerpen. Eer het een maand verder was, moest hij echter die stad verlaten, wijl het onderschept worden van een attestatie, die zijn naam droeg, langer verblijf daar onmogelijk maakte. Het oorspronkelijk plan dat hij toen een der andere Kerken van de brabantsche classis zou gaan dienen, is wel niet uitgevoerd. Hij zal dadelijk naar Tricht gegaan zijn (vermoedelijk Maastricht) (cf. Werken Marnix Vereen. S. II, D. II, 59 met E. Simonsu. A., Synodalbuch (Neuwied 1909), 124) om in de kerk daar, die ook Hasselt omvatte, voortaan werkzaam te zijn. Tegen Oct. 1573 brachten hem de belangen van een daar te Hasselt gevangen gemeentelid naar Spiers op reis, en op zijn doortocht door Frankenthal wist Gaspar van der Heyden hem te bewegen, zeker ook omdat hij in zijn eigenlijke gemeente ‘qualyck middel ... om te blijven’ had, een tijdlang aan de nederlandsche vluchtelingenkerk daar zijn krachten te wijden; echter niet voor vast. 6 Mei 1574 wordt zijn naam het eerst in de Frankenthaler raadsprotocollen genoemd. Drie jaar later, in 1577, vertrok hij weer. Naar aanleiding van een brief van den Keurvorst, nam hij 1 Aug. zijn afscheid, na te zijn voorzien van 60 gld. reisgeld. Hij hervatte toen zijn taak weer in de kerk van Maastricht en Hasselt. 9 Aug. 1578 wordt zijn naam nog vermeld. Na dien vond ik hem niet meer. Niet onwaarschijnlijk heeft de inneming van Maastricht (29 Juni 1579) door Parma en het toen aangerichte bloedbad Bleecker
verdreven - de gemeente ontweek naar Aken - of den dood doen vinden.
Zie: van Schelven, De Nederduitsche Vluchtelingenkerken ('s Gravenh. 1908) 244, 246, waar naar verschillende plaatsen verwezen wordt; J. de Wal, Nederlanders, studenten te Heidelberg (1886) 63 no. 841; Hessels, Ecclesiae Londino-Batavae Archivum (Cantabr. 1887-1897) III no. 176, 245; Groen, Archives, 1e Série, IV, 77 v.v.; Raadsprotocollen (Stadtarchiv Frankenthal, hs.) op 6 Mei 1574, 14 Mrt., 23 Sept. 1575, 12 Juli, 1 Aug. 1577.
van Schelven