[Asselijn, Jan]
ASSELIJN (Jan), geboren te Dieppe in 1610, heeft gedurende langen tijd te Rome gewoond waar de ‘bentvogels’ hem wegens zijn
vergroeide hand den naam Krabbetje gaven en waar vooral Claude Lorrain, Pieter van Laer en Jan Miel invloed op hem hebben uitgeoefend. Op zijn terugreis huwde hij in 1645 te Lyon Antoinette Houwaert en werd daardoor de zwager van Nicolaas de Helt Stocade. Toen vestigde hij zich te Amsterdam, waar de groote watervloed van 5 Maart 1651 op verschillende stukken door hem is voorgesteld, o.a. op een fraai schilderij in het museum te Schwerin, waarnaar J.J. de Boissieu een ets gemaakt heeft. Eerst 24 Jan. 1652 kocht hij te Amsterdam het poorterrecht. Na nog 28 Sept. van hetzelfde jaar als woonachtig op het Singel bij de Heiligewegspoort vermeld te zijn, stierf hij in October daaraanvolgende. Zijn verdienstelijke en niet zeldzaam voorkomende landschappen zijn bijna alle naar gedurende zijn verblijf in Italië gemaakte studies geschilderd; soms met zijn vollen naam, zijn ze meestal met een monogram geteekend, bestaande uit de letters J.A. Geheel buiten zijn gewone manier is de groote zwaan in het Rijksmuseum te Amsterdam, het eerste schilderij dat van rijkswege voor het Nationaal Museum is gekocht (1800). Van zijn talrijke teekeningen is een reeks gezichten in Italië door G. Perelle in plaat gebracht. Hij was de meester van Frederik de Moucheron. Rembrandt heeft zijn portret geëtst.