[Angelbeek, Christiaan van]
ANGELBEEK (Christiaan van), zoon van Mr. Johan Gerard en Anna
Geertruida Sanderson, geb. in 1803 te Amsterdam; overl. 24 Aug. 1825 te Buitenzorg. In 1816 vertrok hij met zijn ouders naar Indië tengevolge der benoeming van zijn vader tot O.-I. ambtenaar. Op 16-jarigen leeftijd werd v.A. benoemd tot élève voor de maleische taal en in 1822, aangesteld tot gouvernementstranslateur en chef van het bureau der inlandsche zaken bij de algemeene secretarie te Batavia, ter vervanging van C.P.J. Elout, wien hij zijn groote kennis van het maleisch te danken had. Reeds het volgende jaar gaf v.A. op last van de indische regeering een herziene editie uit van de bekende oude Maleische spraakkunst van G.H. Werndly (Batavia 1823). In 1824 vergezelde hij den Gouv.-Gen. van der Capellen op diens rondreis door de Molukken, maakte aanteekeningen over Menado, welke het bestuur van het Bat. Gen. van K. en W. voornemens was het licht te doen zien, aan welk voornemen geen gevolg is gegeven (zie Verh. Bat. Gen. v.K. en W. XI (1826) voorberigt). In den aanvang van werd 1825 door van der Capellen naar Riouw en Singapore gezonden in verband met het tusschen Nederland en Engeland gesloten tractaat, van 17 Maart 1824. Nadat hij met succes aan zijn opdracht had voldaan, werd hij op de terugreis ernstig ongesteld en overleed op 23-jarigen leeftijd. Over die reis verscheen zijne verhandeling: Korte schets van het eiland Lingga en deszelfs bewoners in Verh. Bat. Gen. XI (1826) 1-62.
Zie: Handel. en Geschriften van het Ind. Gen. II (1855) 257.
Muller