[Angelkot, Hermannus (1)]
ANGELKOT (Hermannus) (1), de vader, geb. te Amsterdam 1648 (?), overl. vóór 1717, apotheker aldaar en bevriend met den dichter Jan van Broekhuizen, wiens executeur-testamentair hij was. Zijn tooneelstukken zijn anoniem verschenen; blijkens de voorrede voor zijn zoons Don César is hij de schrijver van: Misantrope, blyspel, na Molière (Amst. 1682). Ook is van zijn hand: De buitensporige herder, blyspel, naa T. Corneille (uitg. door H.A. jr.) (Amst. 1714). Een Klinckdicht op Const. Huigens komt voor in een bundel Lykdichten op .. C.H. ('s Grav. 1687), terwijl men een 15-tal gedichten van H.A. aantreft in de Nieuwe verzameling van Nederd. Mengeldichten (Amst. 1727). Twee daarvan, op Jan van Broekhuizen, komen ook voor in diens Gedichten, terwijl een derde, Lykoris Herderszang ... naar Francius, ook afzonderlijk is verschenen (Amst. 1705). Nog worden hem toegeschreven: Vechter, kluchtspel (Amst. 1679, 1707, 1710, 1756), en Soliman, Treurspel uit het Fr. van de la Tuilerie (Amst. 1689). Zijn vermoedelijk door Arn. van Halen geschilderd portret is, afkomstig uit het Panpoëticon Batavum, in het bezit van den heer H.D. Willink van Collen te Breukelen.
Zie: J. van Broekhuizen, Gedichten (Amst. 1712).
Ebbinge Wubben