[Andresen, Augustus Johannes]
ANDRESEN (Augustus Johannes), geb. te Zutphen 22 Nov. 1808, overl. te Breda 15 Apr. 1872, zoon van Johan Augustus Andresen en van Adriana Meesteron, trad op 12-jarigen leeftijd als korp. tit. in mil. dienst, werd in 1833 2e luit. der inf. en ging 4 jaar later over bij het ind. leger, waar hij alle mil. rangen doorliep. Als kapitein diende hij ter Sum. W.K. onder Michiels, wien hij ook in latere jaren groote vereering toedroeg. Van 1851-56 was hij ter Westkust van Borneo, eerst als maj., mil. comm., sedert 1853 als luit.-kol., mil. comm. en resident; maakte daar een eind aan den opstand der Chineezen (verovering van Montrado, 1854) en toonde veel politiek beleid. Daarna met verlof naar Nederland vertrokken, was hij lid van de staatscommissie tot onderzoek van een plan tot kolonisatie door Europeanen op hooggelegen streken in de Buitenbezittingen, en werkte hij mede aan de organisatie van het kol. invalidenhuis te Bronbeek. Na terugkomst in Indië (1859) werd hij, als gouvernements-commissaris, gezonden naar de Z. en O. afd. van Borneo, waar, vooral ten gevolge van verkeerde regeeringsmaatregelen, een opstand was uitgebroken. Wederom bleken hier zijn helder inzicht en beleid, maar de indische regeering, voorbarig oordeelende, riep hem tegen het einde des jaars terug. Hij wist zich uitstekend te rechtvaardigen, werd in 1862 bevorderd tot gen.-maj. en in 1865 tot luit.-gen., commandant van het indisch leger. Ook in deze betrekking oefende hij grooten invloed uit op den gang van zaken ter Wester-afdeeling van Borneo; tijdens zijn legerbevel had de annexatie der Pasemah-landen (bovenlanden van Palembang) plaats, en waren krijgstochten noodig naar Celebes (Mandar, 1867, Kraëng Bonto Bonto, 1868), Bali (1868) en evengenoemd deel van
Borneo (1865-67).
Zie: E.B. Kielstra, Bijdr. tot de gesch. der Westerafd. van Borneo in Ind. Gids 1889, 90; W.A. van Rees, de Bandjermasinsche Krijg (Arnh. 1865); E.B. Kielstra, Ondergang van het Bandj. Rijk (Leiden 1892); Verslag aan den Koning over de Kolonisatie (1858).
Kielstra