[Adriani, Marcus Jan.]
ADRIANI (Marcus Jan.) geb. 28 Febr. 1771 te Oterdum in Groningen, overl. 5 Dec. 1845 te Oude-Pekela, waar hij 36 jaar als predikant en schoolopziener werkzaam was. Zijn eerste standplaats was Tjalleberd in Friesland (van 1794-1809). Zoon van Petrus Adriani, predikant te Oterdum, en Sara Busch, trad hij 12 Aug. 1794 in het huwelijk met Allegonda van der Tuuk (geb. 16 Mrt. 1771, overl. 23 Aug. 1844), die hem 3 zonen en 2 dochters schonk; een dier zonen, Nic. van der Tuuk Adriani, werd pred. te Brielle, een der dochters, Henrica, trouwde met prof. H. Bouman te Utrecht. A. was een bekwaam theoloog en maakte zich verdienstelijk voor 't schoolonderwijs van dien tijd. Bij herhaling was hij lid der Synode, belast met de taak om een verzameling van evangelische gezangen ten gebruike bij de openbare godsdienstoefeningen in de herv. Kerk bijeen te brengen. Hij schreef een Leesboek over de geschiedenis van Jezus en een over de geschiedenis der Apostelen (1805), beide door de Maatsch. tot Nut v. 't Algem. met goud bekroond; verder Levensschetsen van Vaderlandsche mannen en vrouwen (1805); een Redevoering ter nagedachtenis van H. Wester (1821); De Prosodist of Woordenlijst voor de uitspraak (2e dr. 1827) en - met Mr. H.A. Spandaw - een Hulde aan de nagedachtenis van Adolf van Nassau, uitgegeven bij de onthulling van het eerste monument op Heiligerlee (1827).
Zie: Handel. Letterk. 1846, 20.
Zuidema