| |
| |
| |
Het opstellen van een Hasselts woordenboek [door X. Staelens]
| |
1.
Er wordt vertrokken van het Nederlands, wat echter
Zuidnederlands mag zijn. Van typisch ‘Hollandse’ woorden wordt niet
uitgegaan: leuk, ochtend, mooi. Ik rangschik dus mijn dialectwoord onder
bijv. hen (niet kip), rad (niet wil), koord (niet touw), ajuin (niet ui),
stoof (niet kachel), stiel (niet vak), tand (niet kies}, afwas (niet vaat),
plezier, lol (niet pret), hesp (niet ham), hof (niet tuin), appelsien (niet
sinaasappel). Algemeen-Nederlandse woorden verdienen echter de voorkeur
boven gewestelijke, bijv. bord (niet teljoor).
| |
2.
Woorden die geen Nederlands equivalent hebben, krijgen een
asterisk voor zich en dan een verwijzing naar het AN woord, bijv.
xkazelen -) praten, xstichelen
-) ruziën, enz.
| |
3.
Franse woorden komen onder hun Nederlandse vertaling:
saccoche onder handtas, galoche onder overschoen, enz.
Zijn ze niet vertaalbaar, dan worden ze zonder meer als trefwoord gebruikt
met de vermelding Fra., bijv.; chef de file (Fra.).
| |
4.
Typische dialectwoorden, waarvan mag worden aangenomen dat
iedereen het AN woord kent, hoeven geen verwijzing, bijv.: knikker
(xkabas -) knikker hoeft niet), meikever (xbejzap -) meikever hoeft niet).
Waarom staat het AN woord vooraan?
1) | Het is gemakkelijk te rangschikken. |
2) | Met het systeem der verwijsingen kan iedereen terecht. |
3) | Ook de niet-Hasselaar kan het gebruiken. Hij kan het als een gewoon
vertaalwoordenboek Nederlands - Hasselts opvatten. Omgekeerd komt hij er
nooit achter hoe knikker en meikever in het Hasselts luiden. |
4) | Men kan aan ideografische beschrijving doen, d.w.z. het is leuk voor
de lezer te zien op hoeveel manieren een begrip kan worden uitgedrukt,
hoeveel woorden het dialect heeft voor een bepaald begrip, bijv. zat,
niets, niemand, rammel, lui, rommel, klungelen, aan de zwier gaan,
treuzelen (= o.m. treezele, tammele, zemmele, tettele enz.). |
Wat deze sub 1-4 besproken indelingsprincipes betreft, ben ik er mij wel van
bewust dat het systeem nadelen heeft en dat het alternatief, nl. van een
dialectwoord vertrekken, voor de autochtoon gemakkelijker is. Wat hij op het
| |
| |
oog heeft, is niets anders dan een leuke parade van hem
bekende dialectwoorden, die hij zonder moeite terugvindt. Het zoeken naar
het precieze AN lemmawoord kan inderdaad moeilijk en tijdrovend zijn. Moet
man preigel rangschikken onder slaag, rammel, ransel?
| |
5. Beperkingen: Wat werd niet opgenomen?
1) | Totaal uitgestorven woorden: namen voor uitgestorven maten (aam,
spint, enz.), dingen (baanst = tondel). |
2) | Academische woorden: fragment, alternatief. |
3) | Schoolwoorden: aantal, (be)doel(ing), voldoening, genieten. |
4) | Irrelevante woorden: vlas, arend, krokodil, het meer, sap, ras,
kanker. Ze zijn noch qua klank, noch semantisch interessant. |
| |
6. De opmaak van een fiche
De betekenissen zo mogelijk rangschikken in logische volgorde, met telkens
indien nodig, een zinnetje als voorbeeld. Het lemmawoord in het zinnetje
door - vervangen. Bij substantieven wordt het pluralis en het diminutief
opgegeven, het genus alleen als het van het AN afwijkt.
Samenstellingen en afleidingen staan op dezelfde steekkaart, tenzij ze een
andere betekenis krijgen, of als er zoveel over te zeggen valt dat ze een
aparte fiche verdienen.
Diminutieven kunnen eventueel ook een afzonderlijke fiche krijgen, als er
veel betekenissen te signaleren vallen, bijv. mannetje; kleine man, dreumes,
lieveling van de meester, stekker, mannelijk dier, steunbalk.
Onder de bij Van Dale vermelde Zuidnederlandse uitdrukkingen doet men een
keuze.
| |
7. Algemene inhoud
7.1. | Voorwoord. |
7.2. | Inleiding: a spellingssysteem (tabel) b gebruiksaanwijzing
(verantwoording) c algemeen karakter van het dialect d lijst
van afkortingen (redactionele; geraadpleegde literatuur). |
7.3. | Woordenboek met tekeningen. |
| |
| |
7.4. | Aanhangsel: a Lijst van sterke hoofdtijden. b Lijst van
werkwoorden met andere hoofdtijden dan in het AN. c Lijst van 1)
Hasseltse familienamen, 2) voornamen, 3) pleinen, straten, enz.
(geografische namen). d Lijst van omliggende of andere gemeenten
(Hasseltse uitspraak). e Lijst van Hasseltse spelletjes. f
Lijst van scheldwoorden. g Bibliografie. |
Xavier Staelens
|
|