Stormen en stilten(1956)–Maurits Mok– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Verrukking Het leven in haar lijf geschiedt als waaien dat niet stil kan staan, als stralenbundels van de maan, die men tot op de grond doorziet en nimmer achterhalen kan. Haar haren roepen in het licht een golfslag van verrukking los, zij zamelt in haar handenspan goudkorrels vuur en haar gezicht onder de blonde harentros verliest zijn sterfelijke staat, wanneer zij door de morgen gaat. Ik kan haar niet in mij verschuilen, de woorden breken in mijn mond, mijn ogen glimlachen en huilen niet te weerhouden, zonder grond. Vorige Volgende