Carolina van Eldenberg. Tweede deel
(1812)–Petronella Moens– AuteursrechtvrijPetronella Moens, Carolina van Eldenberg. Tweede deel. François Bohn, Haarlem 1812
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 964 A 44, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Carolina van Eldenberg. Tweede deel van Petronella Moens uit 1812.
redactionele ingrepen
p. 30: geere → geene: ‘de veroorzakers van zijn aanwezen geene vreugde’.
p. 32: betalen, → betalen’,: ‘zal u voor de ongelukkige betalen,’ sprak hij’.
p. 55: Gij → ‘Gij: ‘masker weg. ‘Gij zijt volkomen veilig!’ herhaalde hij’.
p. 61: stemmeu → stemmen: ‘wanneer wij menschen stemmen hoorden’.
p. 61: Vader. → Vader.’: ‘woont mijn Vader.’ Nu verdubbelden wij’.
p. 94: meer. → meer.’: ‘beminde hem niet meer.’ Met uitgestrekt verlangen’.
p. 95: Vader! → Vader!’: ‘geliefd schaap. ‘Zie Vader!’ - zeide zij dan’.
p. 106: vinden. → vinden.’: ‘meer te vinden.’ Meer hoorde ik niet’.
p. 126: Vriend → Vriend,: ‘mijnen vaderlijken Vriend, reinhart ontwikkel’.
p. 141: ‘zeide → zeide; Het → ‘Het: ‘zeide hij. - ‘Het geld, dat ik heden de eer’.
p. 149: wacht. → wacht.’: ‘want men wacht.’ Hij verliet mij’.
p. 156: ‘Papa → Papa: ‘waren. ‘O! waarom wildet gij Papa’.
p. 165: geschandvlekt, → geschandvlekt,’; zijn.’ → ‘zijn.’: ‘en geschandvlekt,’ zoo sprak hij, ‘zijn.’ Neen, zeg’.
p. 184: is’ zij? → is zij?’: ‘de onteerde sophia? Ach! waar is zij?’’.
p. 218: Zij → ‘Zij: ‘zeide hij - ‘Zij geeft u hare hand als Echtgenoote; maar’.
p. 236: Gij → ‘Gij: ‘de hand drukte. - ‘Gij weet niet, goede menschen! welk een’.
p. 242: Neen → ‘Neen: ‘geheele wereld is?’ - ‘Neen, niet te veel’.
p. 243: hier! → hier!’: ‘gij hier!’ - ‘leonard! mijn Vriend!’ - stamelde ik’.
p. 246: dul eloos → duldeloos: ‘zijn uitgeput; ik heb duldeloos veel geleden’.
p. 276: blijven. → blijven.’: ‘op het goed van zulk een goddeloos mensch blijven.’’.
p. 278: handen. → handen.’: ‘bewijzen van zijn' dood in handen.’ De Baron werd woedende’.
p. 279: plegen? → plegen?’: ‘in mijn eigen huis plegen?’ Eenige bedienden’.
p. 314: deugd. → deugd.’: ‘schutgeest van mijne deugd.’ Zij zuchtte teeder’.
p. 328: teevertrouwde → toevertrouwde: ‘als heilig toevertrouwde, nu, in de vreugde over’.
p. 330: verzachten. → verzachten.’: ‘al mijn leed verzachten.’ ‘Het staat aan u, lieve’.
p. 354: gastvrijheld → gastvrijheid: ‘pligten der eer en der gastvrijheid. Dit gevoel martelde’.
p. 355: en → ten: ‘dit maakte zijn' toestand ten uiterste gevaarlijk’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, II, t.o. 114, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
CAROLINA VAN ELDENBERG,
OF
BEPROEFDE HUWELIJKSTROUW.
DOOR
PETRONELLA MOENS.
MET PLATEN.
TWEEDE DEEL.
Te HAARLEM bij
FRANÇOIS BOHN.
MDCCCXII.
[pagina III]
Inhoud.
de oude heer waarburg aan den heer balcour. | Bladz. 1. |
mevrouw edeling aan mejufvrouw emilia van zellingen. | 42. |
mevrouw van eldenberg aan den heer reinhart. | 50. |
de heer dalheim aan den heer w. van nieuwvlied. | 68. |
annette dalheim aan den heer dalheim, haren vader. | 99. |
de baron van s..... aan den ouden heer van eldenberg. | 105. |
mejufvrouw hesje van g.... aan freule van regtenveld. | 110. |
de heer w. van nieuwvlied aan den heer reinhart. | 123. |
mevrouw van zellingen aan den colonel van wunningen. | 132. |
suzanna jansen aan mevrouw edeling. | 162. |
dominé waarburg aan zijn' vader. | 170. |
de baron van wittenstein tot blumenoord aan den heer van herweld. | 187. |
[pagina IV]
de baron van s.... aan den heer r, f..... | Bladz. 213. |
mejufvrouw emilia van zellingen aan mevrouw van zellingen. | 219. |
mevrouw van eldenberg aan mevrouw edeling. | 246. |
mevrouw van eldenberg aan mejufvrouw van zellingen. | 260. |
de heer w. van nieuwvlied aan den heer waarburg. | 269. |
vervolg door den heer diediger. | 283. |
de heer belmond aan den heer balcour. | 285. |
de heer balcour aan den heer belmond. | 295. |
de colonel leonard .... aan den generaal m. s..... | 308. |
mevrouw van eldenberg aan mevrouw edeling. | 334. |
de colonel van wunningen aan mevrouw van zellingen. | 340. |