graven bleef hij weer staan. Als de Vaderen nu maar tot hem zouden kunnen spreken, hem raad geven! Zijn oog viel op de zerk van de voorouders wiens naam hij droeg, met de afbeelding van Abraham, die op het punt staat zijn zoon te offeren. Het antwoord was hem gegeven. Alles moest hij voor de Almachtige prijs geven, zelfs het eigen kind. Hij had het voorbeeld van zijn geslacht te volgen, dat aanzien en bezittingen ter wille van de Heer had vaarwel gezegd.
Gelukkig was er die middag maar weinig bezoek, slechts de allernaaste familieleden en de armen, die hun weldoener kwamen danken, een hele stille ontvangst.
Er werd gefluisterd dat vele Venezolaanse dames en hun kinderen, die in de laatste jaren hierheen de wijk hadden genomen, naar hun land waren teruggekeerd. Dat zou op een consolidatie van de toestand wijzen. De gesprekken gingen langs Sjon Abram heen. Hij leefde in zijn eigen wereld en overtuigd van zijn mening haatte hij ieder politiek gesprek.
Met Nieuwjaar en Grote Verzoendag stond hij in gebed en vasten alleen tegenover zijn Heer. Thans zag hij de weg en bad slechts om kracht. Maar Adonaï is rechtvaardig, vrij te zegenen of te verwerpen. Aan het schepsel valt geen oordeel toe. Het is slechts stof, een worm, heeft te vrezen en te aanbidden.
Het Loofhuttenfeest miste iedere blijdschap en luister. Sjon Sarah sleepte zich iedere avond naar beneden, niet om zoals andere jaren van de sterren te genieten, maar ze was ervan overtuigd dat José met dit feest naar huis zou terugkeren; dit waren immers de dagen die de gezinnen bijeen brengen. Gespannen zat ze ieder geluidje af te luisteren en was nooit te bewegen naar bed te gaan zo lang de huisdeur nog openstond. En zo wachtte een moeder zeven dagen lang.
Met het Slotfeest bad Sjon Abram kreunend: ‘Och help toch, Heer! Och help toch, Heer!’ Daarna gaf hij zijn besluit aan zijn broer te kennen. De Joden van dit eiland hadden immers