‘Ja, zij is een lief kind, ik was haar bijna vergeten. Hoe gaat het met haar?’
‘Niet goed, José. De laatste tijd neemt haar bloedarmoede zo schrikbarend toe, dat ze heel veel moet rusten. Sjon Hannah laat een buitenhuis bouwen, waar ze kan opknappen.’
‘Ik herinner het me, ze was altijd bleek, maar haar ogen konden stralen van geestdrift over het liefdewerk.’ Nu zag José de palmen van de ‘koenoekoe’, wier brede bladeren wuifden als handen, die hem binnen noodden. Hij hoefde maar zijn geloof te verloochenen om weer in de kring der zijnen te worden opgenomen. Dan zou het leven van moeite en verdriet een einde nemen en thuis de gezelligheid herleven. Maar hij moest terug naar de leprozen, die nu nog meer zouden smalen, nu ze hem met een blanke vrouw hadden gezien. Hij moest naar het huis van de Padre, waar hij op de smalle sofa zou slapen.
‘Goedendag, mijn zusje, verder mag ik niet. Vertel maar aan niemand dat je me hebt gesproken.’
‘O ja, Jacob mag het weten,’ Met de armen om zijn hals, trok ze hem hartstochtelijk tegen zich aan. ‘Vaarwel, mijn lieve, lieve broer. Wie weet wanneer we elkaar weerzien. Jacob wil me binnenkort meenemen naar Europa.’
‘Goeie reis, dan!’ Zich vlug afwendend om de ontroering te verbergen, sprong hij op de ezel.
Het landhuis tussen de bomen beloofde Gracia rust en verkwikking. Het was onbegrijpelijk dat tussen deze muren, die vrede uitstraalden, zo'n groot verdriet heerste. Bestond er dan geen weg meer om de harten van haar ouders en broer, zo vol zuivere bedoelingen, tot elkander te brengen?
Jolanda stond in de stal en ongezien sloop Gracia via de achterstoep naar haar badkamer. Niemand had iets gemerkt. Maar bij zijn thuiskomst schrok Jacob toen hij het geblakerde gezicht, dat een beetje te wit gepoederd was, met de opgezette lippen zag. Toen ze haar verhaal had gedaan, zei de