C.C.S. Crone. Kroniek van een Utrechtse schrijver
(1978)–Eddy Mielen, [tijdschrift] Engelbewaarder, De–
[pagina 83]
| |
[pagina 84]
| |
![]()
‘Ze hoorde het uurspel over het water klinken; het Klaasje had veel noten op zijn zang. Het leek, of ze rond haar hoofd krijgertje deden, het ene oor in en hetzelfde weer uit, of het andere’.
| |
[pagina 85]
| |
![]()
‘Ze liep het Schalkwijkslurfje in...
| |
[pagina 86]
| |
![]()
...De Nieuwe Gracht was feestelijk van vlaggen en mensen. Er snaterden kinderen, die oranje mutsen droegen en misschien wel ranja zouden drinken.’
![]()
‘In de Keistraat stond een jongen met marmotjes, of een aapje onder zijn kiel.’
| |
[pagina 87]
| |
![]()
‘Achter Sint Pieter zag ze een man, die een zeehond vertoonde en met zijn centenbak heel hard bij haar rammelde.’
| |
[pagina 88]
| |
![]()
‘Op de hoek van de Drift werd een oranjespeldje op haar borst geplant. De schooier trok het er weer net zo af. Ze ging het Janskerkhof op.’
![]() | |
[pagina 89]
| |
![]() |
|