De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 211]
| |
CCCCLXXIX. Waarom de menschen in alle richtingen over de wereld loopenaant.Eens, in 't begin van de wereld, liepen de menschen altijd in een en dezelfde richting. Zoo volgde de eene achter den andere, of liep de eene den andere voorbij. Toen gebeurde het, dat op een gegeven oogenblik, de menschen allemaal te gelijk op een en dezelfde plaats stonden, zoodat de wereld dreigde om te kantelen. Om dat gevaar te weren, heeft God de menschen die gewoonte afgeleerd. Nu loopen ze in alle richtingen. |
|