De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 190]
| |
CCCCLVIII. Waarom de hazelaar nooit door bliksem noch donder wordt getroffen (Corylus Avellana)aant.Wanneer Maria voor de eerste maal met het kindeken Jezus uit wandelen ging, brak er daar onvoorziens een onweer los. 't Bliksemde en 't donderde verveerlijk. Niet wetende waarheen, vluchtte zij in 't dichte struikgewas, dat langs den weg groeide, en daar, onder een hazelaar, kon zij zich schuilhouden. Sindsdien is de hazelaar geheiligd en nooit zal bliksem of donder hem treffen. |
|