De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 32]
| |
CCCXXII. Waarom de leeuwerik een schijnheiligaard isaant.Als de leeuwerik opwaarts vliegt is het al goed- en braafheid wat er aan is. Dan zingt hij: ‘Lieve Heer, Lieve Heer,
Laat mij in uwen hemel komen!
Ik zal nooit van m'n leven meer vloeken!’
En omdat Onze Heer niet onmiddellijk de hemelpoort voor hem wagenwijd openzet, schiet hij daarop in furie en vloekend vliegt hij terug naar de aarde: ‘Sakkerdju, Sakkerdju!’
|
|