Verzen(1894)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] [Zooals daar ginds, de groen-bestuimde zee] Zooals daar ginds, de groen-bestuimde zee, op trotsche baren ruischt, geweldig hoog, ruischt ook mijn vers zijn klanken, 'lijk een boog van kleurgewiegel, op 't woest leven mêe. En vredeglansend stijgt mijn liefdrijk oog, met de opgezweepte melodieën meê, naar 't luchteblij, langs 't zee-kristal, dat brêe mijn liedren heft in het peillooze omhoog. Mijn hart, dat hijgend klopt door het Heelal, slaat forscher, of ik 't al herscheppen kon door 't weeldrig vloeien van mijn liedrenbron. En in mijn verzen moet 'k gelooven thans, nu, uit mijn hart, welt gansch een liedrenkrans van jeugdig leven, die hoog klinken zal. Vorige Volgende