Verzen(1894)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] [De zacht-geruischte zang der Lentekracht] De zacht-geruischte zang der Lentekracht zingt tintlend om het aardsche woel-gewemel. De bloemen wieglen hunne teêre pracht van blanke, blauwe Puurheid naar den Hemel. Mijn hart, dat zich in liefde voelt ontgloeien, beheerscht zijn passie, met een diep geweld, en wijl zijn liefde in breeder hartstocht smelt wil het met de eenge Godheid samengroeien. Want hooge droomen draag 'k door 't leven heên, en 'k ga, vol blij gezang van englenkooren, naar 't witte Wijde, mijn beloofde land. En zuivre vreugde spreidt een wondre hand om 't hart, brengend mij dierbre zaligheên, en 'k word door eêdle liefde steeds herboren. Vorige Volgende