Verzen(1894)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] [Uw hooge liefde, o God! die glanst me in 't hart] Uw hooge liefde, o God! die glanst me in 't hart, met gloënde vlam-spiralen, die omringen dit leven, waar, 'lijk vuur-geheimen, dringen mijn droomen, grootsch ontstaan uit menschensmart. o, 't Menschenlijden woelde oneindig voort in 't zalige gelooven van mijn leven; toen greep 'k uw reddend hand en 't godlijk woord bleef, - vlekkelooze zang - me in 't harte zweven. o, Gij, die nu mijn breede wereld zijt, mijn toevluchtsoord! waar ik mijn zang moet vinden, mijn levenspad, vol gouden heiligheid! o, schenk mij, God, eer 't leven gansch verzinkt in 't nietig niet-zijn, dat mij tegenklinkt, den trots, dien God met Mensch moet samenbinden. Vorige Volgende