Verzen(1894)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] [Rood-gloeiend striemt de zon de blauwe luchten] Rood-gloeiend striemt de zon de blauwe luchten, waar zilvrig doomt een effen duisternis. In laatste glans, breekt de geheimenis van menschenwee haar smart in duizend zuchten. En duizend zuchten bloeien in genuchten om mijne ziel, stil-treurend om 't gemis des kalmen dags, die 't droeve wee deed vluchten en weeldrig spreidde in 't hart vergiffenis! Vergiffenis! God laat die bloem ontbloeien en uit mijn hart haar deemoedsglansen vloeien op 't aardsche leven, waar 'k mijn stappen richt. Dan zal ik, bij uw aller-laatste dagen, herrijzen, op uw eindloosheid gedragen, in 't duizlend schittren van uw Hemellicht. Vorige Volgende