Verzen(1894)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] [Aan u, o Vrouw, denk ik met puur verblijden] Aan u, o Vrouw, denk ik met puur verblijden, van af mijn prille Jeugd, zoo vaak doorvoeld met klank en zang, en die gij minnend wijdde in 't hooger leven, dat mijn borst omwoelt. O, immer moet ik tot u wederkomen, Aanbede Vrouw, steeds stijgend in den Gloor waarmeê mijn droevig hart eens schittren zal, want nieuwer leven voel 'k mij tegenstroomen, en 'k denk aan u, o Vrouw, wijl breeder koor gaat orglend trillen door het gloënd heelal! Vorige Volgende