half jaar geleden in Gordes. Waar ik mijn associaties de vrije loop liet, alleen opschreef wat zich in de roes van rosé en zon aanbood, zonder zorgen over hoe het boek er uit zou komen te zien, zonder erover na te denken of het überhaupt wel een echt boek zou worden. In Amsterdam moet ik het materiaal ordenen dat ik in Gordes bij elkaar heb geassocieerd. De witte plekken die ik liet zitten omdat ik dacht dat ze al tikkend makkelijk in te vullen zouden zijn blijken juist de moeilijkste. Ik hield mezelf voor de gek. Piekervaringen zijn eenvoudiger te beschrijven dan langzame processen van jaren met steeds weer terugvallen. En juist de piekervaringen waren het die in Gordes bovenkwamen.
Het is ook anders, schrijven tussen mijn dagelijkse bezigheden door. Gestolen dagen tussen vergaderingen en lessen en skripties. Telefoontjes die me storen, brieven, eten dat gekocht en gekookt moet worden, Armin, mensen die iets van me willen. Ik heb soms uren nodig om de oude kleuren terug te vinden die zonder inspanning bovenkwamen in Gordes.
En dan uiterst prozaïes geonderhandel met de uitgever dat me uit mijn konsentratie haalt, mijn stemming verpest. Nadat ik zo moedig mijn eerste hoofdstukken heb ingeleverd, peentjes zwetend, een brief van Carlien die me moed gaf. Daarna de toezeggingen dat het wel goed was, dat het uitgegeven zou worden. En dan weer horen dat ik nog geen kontrakt krijg. Wat nou weer.
Eerst gelazer met Bertje Bakker, die zich niet aan zijn afspraken hield en buiten mij om op de kommerciële toer ging. Daar aktie tegen voeren en nog iets redden van het Lijfboek zoals het had moeten worden kostte me meer energie dan de hele bewerking bij elkaar. Dan de arrogantie van de SUN-jongens, eindeloos slopend lullen om ze aan hun verstand te peuteren dat er met ons niet te sjoemelen valt over de inhoud van ons werk, dat ze niet kapabel zijn om over feministies werk de eindredaktie te voeren.
En nu weer gelazer. Niemand die me uit kan leggen waarvoor dat nodig is. Mieke troost me en Carlien brengt me sherry en dan krijg ik toch een kontrakt als ik mijn poot stijf hou en iets mompel over de Bezige Bij en Meulenhoff.
Gewonnen, maar ik ga terug met een vervelende bijsmaak. Ik hou niet van vechten. Steeds opnieuw de verleiding om koncessies te doen, dan het Lijfboek maar met een kommercieel omslagje, dan de SUN-jongens maar hun zin geven en ze alles laten schrappen