hand wandelend, verliefd, vrijend. Ik praat over mijn ideale vakantie, een heleboel ruimte voor mezelf, rust, niets hoeven, elkaar af en toe tegenkomen als vriendjes, samen eten, naast elkaar op een terras zitten en praten of zwijgen of lezen. Misschien, af en toe, als we veel kontakt met elkaar hebben, vrijen.
Hans wil eigenlijk mijn muze zijn, hoopt dat hij me inspireert, steunt, maar schrijven doe ik op eigen kracht. Hij voelt zich overbodig als ik hem niet nodig heb. Ik voel me daar schuldig door. Hij heeft me ontzien, in de dagen voor we weggingen en ik op de toppen van mijn krachten zat te werken, heeft eten voor me gekookt, koffie gezet, weinig gezegd. Hij verwacht nu zijn beloning. Ik voel me schuldig.
Ik merk dat we in een traditionele man-vrouw-verhouding zitten maar nu helemaal omgekeerd. Dat vind ik geen prettige ontdekking. Je moet geduld met me hebben, zegt Hans, als ik zeg dat ik alles herken wat hij doet van vroeger, van mijn eigen gedrag. Wachten bij de telefoon, geen initiatief nemen, je wegcijferen en daar een beloning voor verwachten, denken dat je alleen maar geeft en daarmee iemand tot stervens toe chanteren. En niet begrijpen hoe iemand zo harteloos kan zijn om dan weg te lopen en de deur met een klap achter zich dicht te slaan. Ik begrijp nou wat een druk iemand op je kan leggen door te zeggen ik hoef niks, ik wil alleen maar hier zitten en naar je kijken. Ik vraag niets van je, alleen maar dat je er bent. Ik wil alleen maar tegen je aan liggen.
Je bent een paar jaar vooruit, zegt Hans, je moet me de tijd gunnen. En ik dan, ondertussen, zeg ik, moet ik ophouden met groeien tot jij klaar bent? Dan ben ik je therapeut. Ik wil je therapeut niet zijn, zoek maar een echte op, die je ervoor betaalt.
Maar we kunnen elkaar weer aanraken, samen zwemmen.
Lachen met Armin, die uit de buurt is gebleven tot hij het gevoel had dat het weer in orde was en hij een nieuw flesje Orangina kon komen halen, waar hij aan verslaafd is.
Ik schrijf stukken over Toni. Geloof het zelf nauwelijks, dat ik het was, die vrouw die zich liet mishandelen. Ik herinnerde me pas mijn blauwe oog toen ik een paar vrouwen van Blijf van m'n Lijf interviewde. De verkrachting pas toen ik met mijn praatgroep praatte. Ervaringen die geen naam hadden, die ik zo individueel beleefd had dat ze niet naar de oppervlakte kwamen. Pas achteraf be-