Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen(1651)–Matthijs van der Merwede– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het Sonnet van Petrarcha, dat begint Fiamma dal ciel, &c. Op Romen gemaekt. HET schriklijk Hemels-vyer ga op u tuyten storten, Op dien verrijkten kop, door yeder-eens verkorten, Gy snoode Auter-hoer, die eertijds vremd van wijn, Gingt drinken met het Vee, gingt eten met het Swijn. 'kSie u verwaende borst in schellem-stukken groeyen, En al de gruwelen van heel de Weereld broeyen In u Verraders nest, daer gy met Hoer en Boef, Hort met een dronken kop aen wellusts leste proef. Vrywillige Slavin, van vremde keuke-vonden, Van ongemeenen drank, en dertle leger-sponden, In uwe kamers springen (laes! noch onbedocht, De jonge Meyskens met de Grijserts in den bocht. Daer sy door Belzebub gaen haer onsteken wesen, En vremden leden-stel in menig spiegel lesen, Dat is den blaes-balk, daer hy hare min mee tergt, Tot al wat Sodoms val in sijnen vloek verbergt, 'tWas pluym noch schaduw, die u eerste rust ging vleyen, Door rots en hage-doorn gingt gy u kudde leyen, Bloots voets, en voor de wind de herde leden naekt, Nu leeft gy, dat den stank daer van ten Hemel raekt. Vorige Volgende