Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen(1651)–Matthijs van der Merwede– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Nella dipartita di Checha Moury. Sonnetto. WAT sal ik nu mijn droeve koets gelijken? Mijn minne-bed, daer ik mijn min ging haten? 'tIs gelijk Roomen in sijn achter-straten, Of koren-land met neer-gestorte dijken; Daer 'twijn-gewas den gulden bou most wijken, Als voor mijn besicheyd het ledig praten, 'tLandt houd syn vrucht, schoon het geen mensch kan baten; En uyt mijn bed gaen vreugd' en vruchten strijken. Haer beyder ramp en woeste ongenuchten Staen by die't raekt met tranen overgoten, Maer hier ging 'tbouw-huys, daer den bouwer vluchten, [pagina 60] [p. 60] En dit gaet boven al mijn ramp vergrooten, Dat had den Hemel schuld tot boer-mans suchten, Ik ging mijn Lief selfs uyt mijn leger stooten. Vorige Volgende