Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen
(1651)–Matthijs van der Merwede– AuteursrechtvrijHavendo scuoperto la mia intentione alla Madre di Camilla, ma tutto in vano.Alla madre.MOST ik mijn min u Verkens-hooft betrouwen?
Most mijn geschuylde Vloot die streek gaen houwen?
Most mijn verborgen vyer, het voedsel van sijn kracht,
Ga naar margenoot+ Gaen soeken in den drek die het te dempen tracht?
En gy had noch gehoopt mijn uyt te suygen,
En soo op't lest 'therd-nekkig vyer te buygen
Van mijn verstaelde min, na u verkeerden sin,
Neen neen, in dese borst sit Pool noch Switser in.
Neen, oude Sog, neen neen, gy zijt bedroogen,
Gy waerd niet weerd dat schoone Kind te soogen,
Dat gy door misdragts dwang ter wereld hebt gebracht,
Ja waert niet weerd, dat ik haer immer heb belacht.
Ik wil, gelijk natuyr haer selfs verkrachten.
Doen sy u met die gulde vrucht bevrachten,
Spijt u verpraet gemoed, dat uwe tong beloog,
Dees kort-gevleukte min noch vliegen doen uyt 't oog.
Ik sal, spijt u, en die soo plomp beginnen,
Mijn wel-gesponne klou in't werr' te winnen,
Noch thoonen 'tonverdient vergif, dat ik hier suyg,
Dat ik daer mee noch u, en al mijn haters, buyg.
'kEn sal de hoop van mijn verstoorde nachten,
Niet duyken in den Poel van laffe klachten,
En gy sult voelen in mijn lands verâerde kou,
Dat ik meer van de hitt, als van den Winter hou.
|
|