XXX psalmen(1934)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Psalm LXV God geev' genadiglijk zijn zegen, Verlichte ons met zijn aangezicht. Opdat heel de aarde zijne wegen Bekenne en zijn heilgericht. De volken zullen, God, U prijzen, U loven alle volken saâm, Wijl Gij de natiën bewijzen Zult 't recht van uw geduchten Naam. De volken zullen, God, U loven, De volken loven U te gaâr, Omdat met volle korenschoven Gij hen beschenkt van jaar tot jaar. De Heer regeert, de Heer geeft zegen. Wat Hem niet dienen wil, verdwijnt. Hem juicht de heele wereld tegen. Men vreest Hem tot aan 's aardrijks eind. Vorige Volgende