De stille tuin(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Ongeloof. Door zware regendroppen Gebogen en gevuld, Heeft zon de bloode knoppen Der rozen rood verguld. Wij, kinderen die hopen Op 't feest lang voor den dag, Beschaamd, zijn toegeslopen En wachten vol ontzag. Wij willen zien en weten Hoe God zijn werken doet, En bidden, en vergeten Waaraan ons hart verbloedt. O knoppen, geurbeloopen! (Wat raakt hen zachtjes aan?) Gods wonderen gaan open En worden niet verstaan, (O machtloos ongelooven, O doem, o oude schuld,) Hoe lang God in zijn hoven Ons voor de rozen duldt, Tot, nimmer te doorgronden, (Wat raakt ons zachtjes aan,) Wij 't wonder ondervonden En zelf te bloeien staan. Vorige Volgende