Ruischende bamboe(1937)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Pauwen Een witte pauw pikt uit een roomen schotel, Een wijfje, en drie pauwen paradeeren Met uitgezette purpergroene staarten. Elk vaagde 't derde deel der hemelsterren En hing ze als godenoogen in zijn pronk. Samen omringen zij haar teere witheid Gelijk 't heelal zijn laaie tintelvuren Als gordel slaat om de aardschen verren dag, En raken 't uiterste van haar beschaamde bleekte Met 't uiterste van hun begeergen gloed. Vorige Volgende