De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Maria-liederen pietà ‘Ach, nu leeft gij enkel in mijn klagen! Dóód is op mijn moeden schoot gedragen, Uit wien al der wereld heil ontsproot. Wat beteekent specerij en wade Nu geen teederheid en tranen baten! Wij bestendigen alleen den dood. O mijn zoon! mijn eindlijk weergekeerde! Liefste lam van mijne schaamle heerde! Ach, ik heb geen balsem voor uw nood. Want mijn liefde brak de albasten flesschen Om uw levend wee te zalven en te lesschen, Niets geneest uw wonden koud en blauw als lood. Kon uw arme moeder voor u zoeken Liefde en leven, als weleer de doeken Waar zij u, een schamel kind, in wond! Doch ik heb slechts tranen en gebeden, En ik geef u al mijn bitterheden, Kussende uw bleeken wrangen mond!’ Vorige Volgende