De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] De hemelroze De bleeke lucht is vol van zilvren licht, Op aarde heerscht een veege schemering, Rondom de luchter van uw jong gezicht Verbeeft een blijde gulden wemeling: Een lach, een oogenglans, die zich verijlt, Slechts even tegen 't domlend duister blinkt, Liefkozend aan uw smalle handen wijlt, Talmt bij de kleine voeten.... en verzinkt. Onwezenlijk en teêr, op donkren grond, Staat gij: een tengre witte silhouet, Of God een vluchtige genadestond Een hemelroze had op aard gezet, En of die stil voor Hèm te bloeien staat, En de aarde is donker.... en de nacht is lang, Klaar licht de luchter van uw jong gelaat.... En ik ben moede en eenzaam en zoo bang.... Vorige Volgende