De lichtstreep(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Benedictus Gezegend, die de rozen doet Onder Uw lach ontluiken Aan de verbolgen struiken In glans van sneeuw en bloed. Gezegend, die de vogels hoedt, En lokt een schuwen zinger Heel teeder op Uw vinger, En wekt het nestend broed. Gezegend, die der kindren schal Bij 't spel met bikkel en met bal Ons droeve hart laat raken. Gezegend, die zich vaak vermomt, Maar in den Naam des Heeren komt. En ons wil zalig maken. Vorige Volgende