De lichtstreep(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] [Ik draag als schuld dit groot verdriet] Ik draag als schuld dit groot verdriet, Dat ik u nergens weet te vinden, Dat ik u niet genoeg beminde, En niet tot 't leven komen liet. Buiten het wereldsche gebied Verwijlt ge, en daalt soms tot de zinnen, Die onnaspeurlijk u gewinnen. Gij wilt bestaan en kunt het niet. Dan voel ik weder hoe uw lange Geruste adem mij, bevangen, Met uw aanwezigheid verbindt. Mijn hand wil teêr uw haar betasten En zwaar uw schouderen belasten, En dwaalt ter plaats waar gij verzwindt. Vorige Volgende