De lichtstreep(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] [Wie durven deze weelden met mij deelen] Wie durven deze weelden met mij deelen, Luchtspiegelingen eener eenzaamheid? Slechts die tot veel versterven zijn bereid Vermogen met den waan als kind te spelen. De koorts van hitte en dorsten is begonnen. Bloeds oergeruisch spreekt met zijn jonge stem. Met blinde oogen zien wij stralend hèm In 't onbarmhartig barnen van de zonne. De heete hemeltintling houdt zich verre Van dit delirium; de loutre sterren Verbergen zich in onaantastbren gloed. Wij momplen: geef mijn zoon een weinig water! Geef mij te drinken!... en een weinig later Ontwaken we aan de doodheid van ons bloed! Vorige Volgende