Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] De muur. Hij is de sterkte van zeer velen, Die allen hun geduld en kracht Tezamen doen en samen deelen, En worden één onwrikbre macht. De klinkers rusten en zij dragen, De mortel scheidt en zij verbindt. En schoon het fundament moet schragen De siertop pronkt in zon en wind. Het al is één; zij zijn verbonden Tot één bestand en één verval.... En wie den Oergrond heeft gevonden, Weet dat zijn bouwsel duren zal. Vorige Volgende