Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Strijdbare jeugd. I. Den tyrannieken wil van 't bloed Volvoeren vaardig mond en oogen. En koen, als ongekerstend, togen Tot euveldaden hand en voet. Lustige jeugd, rebelle moed, Door niets versaagd en ongebogen, Veel lijden moet ons hart gedogen Eer het Gods werken lijdzaam doet. Nog bleef het tweegevecht ontweken, Daar alle helden in bezweken. Wie overwint Gods liefde en smart? Hij is zeer mild, maar vastbesloten En glimlachend, richt Hij de schoten Op ons grootopen kinderhart. Vorige Volgende