Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Sluimerliedje. Pleegt gij nog onverdroten De zoete jokkernij: Slaap lokken en verstooten? En blijft gij waaksch en blij? Zal dit gestadig kwellen Van levens last en lust U tot den droom verzellen? Nog lachen door uw rust? De nacht komt neergestreken En breidt zijn vaal gevlerk Over uw moegekeken Oogen en spel en werk. Strek u gerust en sluimer, Na dank- en smeekgebeên. Uw adem vaart al ruimer Door uw geloste leên. Uw adem vaart al ruimer, Uw hart slaat vrij en frank. Uw aangezicht in sluimer Is weder kalm en blank. Hoe veilig is uw sluimer Ver van het leven heen, Uw adem vaart àl ruimer, Gij zijt met God alleen. Vorige Volgende