Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Die gelooft zal leven. Die gelooft zal leven, Maar wie heeft geloof? Hoeveel koren is gebleven In een gedorschte schoof? Op den vloer van 't leven Liggen wij als vuil stroo. God moge ons vergeven.... Maar neemt Hij ons zoo? Misschien blaast de wind vrij Een enkele aar. Of wannend wint Hij Een paar korrels maar. Hij zegt, als er iets is, Breng Ik 't in mijn schuur. Ach, stroo waar niets is Gaat in het vuur. Maar ons hart verloren Maakt Hij stil en zegt: 'k Heb geen ledig koren Op mijn wan gelegd. Vorige Volgende