Kringloop(1936)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] De Vaandrig Hij staat zoo rustig onder 't veel omstreden Vaandel, dat met zijn zijden wuiven 't gram Gemoed der manschap in vervoering nam En glanzend woei door vloeken en gebeden En werd onsterflijk... ter victorie kwam Hij plotsling uit de duisternis getreden Er waait een weerlicht om zijn stalen leden En zijn gelaat blindt als een bliksemvlam. De hoogmoed van zijn dienen onder 't schier Verreten dundoek is zijn eenge cier. Hij tart de troepen tot zij 't niet meer dulden En schreeuwend stormen, maar hij stòrt vooraan... En een gerucht of groote vleugels slaan Omringt hem, want de dood brengt hem zijn hulde. Vorige Volgende