Kaleidoscoop(1938)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Egypte I Ik stel mij voor, dat ik een jodenjongen Was in Egypte, en de goden zag, En koningen met den verboden lach, En danseressen die vervoerend zongen En wiegelden bij 't hooge dunne koeren Der fluit: een lang getrokken zilverdraad; 't Haardunne licht van vroegen dageraad, De stille glans van grijze parelmoeren. Zou ik dan niet mijn broeders en het vee Verlaten hebben en de gore tenten Om bij de tempels en 't paleis te venten, Met in mijn oogen, smeulend en gedwee, Het zondige ondragelijk verlangen Een heidenzoen te voelen op mijn wangen? Vorige Volgende