Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Epiloog. 't Verhaal is kort dat wij vertellen en elk kent einde en begin: we gaan ten hemel of ter helle, maar de geboorte had geen zin. Die wetenschap wordt daaglijks hechter en droevig wordt steeds het refrein, want alles klinkt nog tweemaal echter omdat we zoo verlaten zijn. Die in den hemel woont, zal lachen en spotten om dit ijdel spel: slechts wie de nacht prijst om de dagen kan drinken uit Gods klare wel. Barend de Goede. Vorige Volgende