Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Psalm. Ik kan bijna niet meer met woorden bidden, 'k Leef in Uw eindeloos Heelal te midden Van Uw gedachten en Uw rijke daden, Ik ben in U, gedrenkt door Uw genade. 'k Behoef U niet meer, als weleer, te zoeken. Ik vind U steeds: in mijn beminde boeken En in de gele licht-doorschenen boomen, En in mijn arbeid en mijn blijde droomen. Ik ben verheugd om U, dat Gij wilt wezen, En dat ik bèn, en in Uw licht gerezen Zooals de zoete bloemen in de Lente, - Dat Gij Uw pracht in mijne dorheid entte. Nu is het nacht, bestendig nog Uw zegen En kom mij morgen in den uchtend tegen, En doe Uw zon, tot aan het avonddalen, Over mijn hoofd in Uwen luister stralen. Geraert van Suylestein. Vorige Volgende