Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] In de zwarte Moeren. Hier is 't midden van de moeren! Ongemeten land en lucht Strekken naar elkaar de armen tot verlangens hartezucht Onbevredigd in de nevlen van de blauwe kim vervlucht. Paal noch perk geleidt de schreden. Waar ik ga of waar ik sta Is mij over 't onafzienbaar glooiend veld van erica Oost en west en noord en zuien even ver en even na! Niets in hemel of op aarde dat ons pad bepalen kon... Alzoover de blik kan reiken, tot den hoogen horizon, Slechts in schaamtelooze schoonheid wind en water, zand en zon! O naar 't wezen niet der vélen isset dat uw schoonheid zweemt! Zoetelijke zomerdroomers, minnaren van bosch en beemd Schijne uw naakte bare hartstocht immer wreed en immer vreemd! Niemand dan die tot u komend zich in u weerspiegeld vindt, Die u schuchter en schroomvallig vroeg reeds heeft gekend als kind, En u nu met inger inbronst, keerende als man, bemint, Peilt de heete trotsche liefde onder 't altoos reê verraad Van uw bodem, die, verzinkend, 't printelen van voeten haat Valsch in de jaloersche handhaft van haar souvereinen staat, Die geen arbeid kent van zaaien, wassen, oogsten, noch de smart Van den koelen scherpen kouter klievend door uw duister hart Dat in ongerepte schoonheid 't kentelen der eeuwen tart, - [pagina 10] [p. 10] Onveranderd, onverouderd, eeuwig eender als weleer, Enkel open, enkel aandacht voor het wislend windverkeer En de stralende genade van uw Minnaar en uw Heer! Blijf, o mijn beminde moeren, oode en eenzaam als gij heet! Blijf onvruchtbaar voor een wereld die uw wet noch wezen weet! Blijft 't... zoolang een ànder zaait, een ànder het gezaaide eet. Eens zal u een schóóner dagraad dan uw minnaar dagerâan, Eens ook uit uw voren wassen gouden menschenvoedend graan, Eens ook úwe stilte, o moeren, minnewisperen verstaan...! Dan wanneer in de vervulling dezer tijden, vreugd gepaard, Het verheerlijkt aangezichte van gerechtigheid verklaard Een vernieuwd geslacht zal schrijden, vrij op een vernieuwde aard'! Geerten Gossaert. Vorige Volgende