Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Je Haar Nu denk ik aan het geuren van je haren, Toen 'k mijn gezicht in 't zijïg goud verborg, En als je handen dan met groote zorg Voelden, hoe vreeselijk verward ze waren, Lachte ik en liet mijn lippen zoetjes glijden Langs 't leuke kort gekroezel in je nek, En zag, hoe lieflijk blozend elke plek Werd, waar zij spelend eventjes verbeidden. Elken dag is mij dit geluk geweest, En als een zieke, die wel traag geneest, Maar 't frisscher bloed voelt door zijn leden stroomen, Sterker van stuwing, al maar krachtiger, Beheerscht mij heviger en machtiger Het leven, dat ons samen heeft genomen. Vorige Volgende