Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Zomeravond Zullen wij samen niet het veld in gaan En naar den waakschen zomervogel hooren, Die boven 't zachte ruischen van het koren Zijn vreemde weeke liederen komt slaan? Zoo innig als geliefde' omstrengeld staan En in hun overgave elkander schoren, Mengen zich vreugde en droefheid tot sonoore Gezangen van verrukkingen en waan. Dit is geen vogel maar mijn eigen bloed, Dat mij doorschokt met zwaar en trillend bonzen En in mijn hoofd zijn diep en donker gonzen Als hooge bruiloftszangen klinken doet. Dit is mijn hart, dat eindelijk zijn eigen Wil opgeeft, om deel aan uw hart te krijgen. Vorige Volgende