Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Liedje Heel den avond bracht ik zoek, Kijkend naar die warme prenten Die, als eensklaps volle lente, Prijken in het perkamenten Saaie achttiendeeuwsche boek. En ik dacht: wat is dit licht! Wat is dit verfijnd en krachtig! Hoe eenvoudig en hoe prachtig! Hoe gelouterd en waarachtig Loopt de lijn van dat gezicht. Sterk en lieflijk is die lijn Als een liedje van Jan Luyken, Als een merel die te tjuiken Aanvangt in de prille struiken Bij den vollen morgenschijn. Maar als volle dageraad Rijst mij plotseling te binnen, Wat ik bovenal moet minnen Met mijn gansche ziel en zinnen, Al mijn krachten: Uw Gelaat! Vorige Volgende