Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] De Brief Het zijn de woorden niet, maar 't is de geest, Die onweerstaanbaar door zijn ijle koelte Stuwt naar de sferen van de zon'ge zoelte, Waar gij met uw gevoelen zijt geweest. Bij 't roezelig beginnen van een feest Bevangt mij soms een duizelende zwoelte. Dan daalt de diepe stilte... en ik voel te Herrijzen tot de blijdschap, onbevreesd. Wil zóó een groote vreugde tot mij komen? En heb ik meer den wilden onrust lief? Kan ik de weelde missen van het smachten? Ik voel mijn wezen van de rust doorstroomen, Nu deze klare stem zich tot mij hief, Als zalige vervulling van het wachten. Vorige Volgende