XXXVII. Swartebloeyende Water-willigen.
DIergelyke groene gestippelde Rupsen, heb ik'er veele gevonden in Vriesland, op diergelyke Willige en Abeeleboomen, welkers beyde blaaden zy tot hunne spyse gebruykten, tot op den 28 Augusty, wanneerse zich in swarte Popjes veranderden, en des volgenden Jaars den 14 April, zyn'er twee soodanige graauwe Uiltjes uytgekomen, die aanstonds groene Eyeren leyden. Maar alle de andere Kappelletjes quaamen eerder uyt, welkers vleugels soodanig t'saamen gerimpelt waaren, dat men niet bekennen konde, wat gedaante datse hadden.