Derde en laatste deel der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering
(1717)–Maria Sibylla Merian– AuteursrechtvrijMaria Sibylla Merian, Derde en laatste deel der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering (ed. Dorothea Maria Graff). Gerard Valk, Amsterdam [1717]
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BIB.HN.000392, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Derde en laatste deel der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering van Maria Sibylla Merian uit [1717] in een editie van Dorothea Maria Graff. Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
Voor de platen in dit deel is gebruik gemaakt van exemplaar The Getty Research Institute Library, signatuur: QL466 .M56. In het exemplaar van de Universiteitsbibliotheek Gent staan de platen achterin het boek, deze zijn hier bij het betreffende hoofdstuk gevoegd.
p. 9: Meniha → Mentha: ʽXII. Katte-Kruyd. Mentha felina vel Nepeta.’.
p. 13: Rupjsen → Rupsjen: ʽHet kleyne bruyne Rupsjen daar tegen over, heeft meede deese blaaden gegeeten’.
p. 24: Rupjes → Rupsjes: ʽWanneer men deese Rupsjes aanraakt, soo laatense zich aanstonds aan een draatje neer’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (π2, 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Derde en Laatste Deel Der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering. Waar in de Oorspronk, Spys en Gestaltverwisseling: als ook de Tyd, Plaats en Eigenschappen der Rupsen, Wormen, Kapellen, Uiltjes, Vliegen, en andere diergelyke bloedelooze Beesjes vertoont word; Ten dienst van alle Liefhebbers der Insecten, Kruiden, Bloemen en Gewassen; ook Schilders, Borduurders &c. Naauwkeurig onderzogt, na 't leven geschildert, en in 't korte beschreven door Maria Sibilla Merian, Saalr.
Als mede een Appendix behelsende eenige Surinaamsche Insecten, geobserveert door haar Dochter Johanna Helena Herolt, tegenwoordig noch tot Surinaame woonagtig.
Alles in Print gebracht, en in 't licht gegeven door haar Jongste Dochter Dorothea Maria Henricie.
[vignet]
t'AMSTERDAM,
Gedrukt voor de Uytgeefster.
Woont in de Kerkstraat, tusschen de Leydsche en Spiegel straat, in de Roozetak; alwaar deselve onafgezet als ook afgezet te bekomen zyn.
Als mede
Alle de andere Werken en nagelaatene Schilderkonst, van bovengemelde haare Moeder Saalr.