XXVI. Gras Angelieren. Flos Garyophyllorum.
OP deese Bloemen vond ik diergelyke roodgestreepte kleyne Rupsjes, waarmeede ikse tot op den 12 Mey tot Neurenberg gevoed heb: zy hebben zich toen in de Bloemen ingesponnen, en zyn daarin tot Popjes verandert geworden, waaruyt den 26 dito sulke Okercouleurde Torretjes quaamen, gelyk'er op de Bloemen gesien word.
Tot Amsterdam, wierd my een geel en swart gestreepte Rups gebracht, gelyk'er eene op het groene blad is: die zich aanstonds inspon, soo draa als ikse op den 22 Juny geschildert hadde, en den 20 July daaraan volgende, quam'er een soodanig Uiltje uyt.